Examples of using "Mutluyum" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben gelukkig.
- Ik voel me gelukkig.
- Ik ben blij.
Ik ben gelukkig.
Ik ben gelukkig genoeg.
- Ik ben gelukkig.
- Ik ben blij.
- Ik ben blij!
- Ik ben gelukkig!
Ik ben erg gelukkig.
Ik ben zo gelukkig!
Ik ben heel gelukkig in Georgië.
Ik ben daar gelukkig mee.
- Ik ben ook blij.
- Ik ben ook gelukkig.
Ik ben erg gelukkig.
Daar ben ik blij om.
- Ik ben echt blij!
- Ik ben echt gelukkig!
Ik ben gelukkig met mijn vriendin.
- Ik ben altijd blij.
- Ik ben altijd gelukkig.
- Ik ben heel blij u te zien.
- Ik ben heel blij je te zien.
- Ik ben zo blij dat je hier bent.
- Ik ben zo blij dat u hier bent.
- Ik ben zo blij dat jullie hier zijn.
Ik ben blij dat ik kon helpen.
Ik ben heel blij dat ik in Boston ben.
- Ik ben nu blijer.
- Ik ben blijer nu.
Daar vertrouw ik mijn leven aan toe.
Als ik bij je ben, ben ik gelukkig.
Ik ben blij, omdat ik eindelijk Russisch studeer.
Ik ben blij je weer te zien.
Ik ben gelukkig, want ik leer wat Nederlands.
- Ik ben blij te horen dat je je niet ernstig verwond hebt.
- Ik ben blij te horen dat je verwondingen niet ernstig zijn.
Ik ben zo blij om met jullie samen te werken.
Ik lees mijn stripboeken en ik ben gelukkig.
Ik ben zo blij dat het kerstmis is.
Ik ben heel blij dat ik uit de middelbare school ben.
Dames en heren, ik ben erg blij om hier te zijn.
Ik ben zeer blij dat je dat plan aanvaard hebt.
Ik heb weinig geld, maar met u voel ik mij gelukkig.
Ik ben blij je eindelijk in levenden lijve te ontmoeten.
Ik ben blij, want vanaf vandaag, hebben we tot september geen school.
- Ik ben heel blij u te zien.
- Ik ben heel blij je te zien.
Ik ben blij haar te zien.
Ik ben heel blij je te zien.
Ik ben heel blij je te zien.
Aan het begin van elk weekeinde ben ik tegelijk moe en vrolijk.
Als ik jouw stem voor maar 5 minuten hoor, ben ik daarna 23 uur en 55 minuten gelukkig.