Examples of using "Kime" in a sentence and their dutch translations:
Met wie ben je aan het lachen?
Op wie ben je boos?
- Aan wie heb je het gegeven?
- Aan wie heeft u het gegeven?
- Aan wie hebben jullie het gegeven?
Wie houden wij voor de gek?
Naar wie kijkt Tom?
Aan wie heb je het boek gegeven?
Van wie is dit?
Aan wie heb je de bloemen gebracht?
- Wie knipt jouw haar?
- Wie knipt uw haar?
- Wat maakt het uit?
- Wie kan het wat schelen?
- Wie maalt erom?
- Wie geeft erom?
Wie noem jij een ezel?
Aan wie heeft Tom zijn auto verkocht?
Wie ben jij om mij te beoordelen?
- Wie e-mail je?
- Wie e-mailt u?
- Wie e-mailen jullie?
Wie heb je nog meer geld gegeven?
Tom wist niet aan wie hij de omslag moest geven.
Voor wie is deze doos?
Voor wie werkt hij?
Voor wie je ook stemt, zorg ervoor dat hij eerlijk is.
die zeggen wie wat doet ten op zichte van wie in een zin.
Ik weet niet zeker aan wie ik dit cadeau moet geven: aan het meisje of aan de jongen?
Ik weet niet zeker aan wie ik dit cadeau moet geven: aan het meisje of aan de jongen?
Weten jullie van wie deze auto is?