Translation of "Kitabı" in Dutch

0.012 sec.

Examples of using "Kitabı" in a sentence and their dutch translations:

- Ben kitabı okudum.
- Kitabı okudum.

Ik heb het boek gelezen.

Kitabı saklayabilirsin.

Je mag het boek houden.

Kitabı okumalıyım.

Ik zou het boek moeten lezen.

Kitabı kapat.

- Doe het boek toe.
- Doe het boek dicht.
- Sluit het boek.

Kitabı okumuştum.

Ik heb het boek gelezen.

Kitabı okuyacağım.

Ik zal het boek lezen.

- Bana kitabı ver.
- Bana kitabı verin.

Geef mij het boek.

- Hangi kitabı okuyorsun?
- Hangi kitabı okuyorsunuz?

Welk boek lees je?

- Kitabı sana vereceğim.
- Sana kitabı vereceğim.

- Ik zal je het boek geven.
- Ik zal u het boek geven.
- Ik zal jullie het boek geven.

Beğendiğin kitabı seçebilirsin.

Je mag elk boek uitkiezen dat je maar wilt.

Sonunda kitabı bastık.

We hebben het boek eindelijk gepubliceerd.

O, kitabı okumadı.

Ze heeft het boek niet gelezen.

Bu kitabı okuyorum.

- Ik ben dit boek aan het lezen.
- Ik lees dit boek.

Kitabı dün okudu.

Hij las het boek gisteren.

İslam'ın kitabı Kuran'dır.

De Koran is het islamitische heilige boek.

Kitabı sana vereceğim.

Ik zal het boek aan jou geven.

Hangi kitabı istiyorsun?

Wat voor soort boek wil je hebben?

Hangi kitabı aldınız?

Welk boek heeft u gekocht?

Kitabı yarın vereceğim.

Ik zal het boek morgen geven.

Kitabı yazmaya başladım.

Ik begon het boek te schrijven.

Bu onun kitabı.

Dat is haar boek.

Bu Tom'un kitabı.

Dit is Toms boek.

Onun kitabı kırmızı.

Haar boek is rood.

Bu kitabı okuyabilirsin.

Je kan dit boek lezen.

Kitabı kime verdin?

Aan wie heb je het boek gegeven?

Tüm kitabı okudum.

Ik heb het hele boek gelezen.

Bu kitabı okuyun.

Lees dit boek.

O, kitabı aldı.

- Hij pakte het boek op.
- Hij raapte het boek op.

Kitabı oraya koy.

Leg het boek daar.

O Tony'nin kitabı.

Dit is het boek van Tony.

Ben kitabı okudum.

Ik heb het boek gelezen.

Tom kitabı itti.

Tom duwde het boek weg.

- Ben kitabı zaten okudum.
- Bu kitabı zaten okumuştum.

Ik heb dit boek al gelezen.

- Her tip kitabı okurum.
- Her tür kitabı okudum.

Ik lees alle soorten boeken.

- O, kitabı satın almak istedi.
- Kitabı satın almak istedi.

Hij wilde het boek kopen.

- Bu kitabı yazdın mı?
- Bu kitabı sen mi yazdın?

- Hebt gij dit boek geschreven?
- Hebt u dit boek geschreven?
- Heb jij dit boek geschreven?
- Hebben jullie dit boek geschreven?

Bu kitabı sana vereceğim.

Ik zal jou dit boek geven.

Bu kitabı da okumalısın.

Je moet ook dit boek lezen.

Bu kitabı kim yazdı?

- Wie heeft dit boek geschreven?
- Wie schreef dit boek?

Bu kitabı ücretsiz alabilirsin.

Je mag dit boek gratis hebben.

O kitabı nerede aldın?

Waar heb je dat boek gekocht?

Ben o kitabı sevdim!

Ik hield van dat boek!

Kitabı yüksek sesle okuyun.

Lees het boek hardop.

Onun 2.000 kitabı vardır.

Ze heeft tweeduizend boeken.

Bu kitabı okumak istiyorum.

Ik wil dat boek lezen.

Onun bir kitabı var.

Ze heeft een boek.

Ben kitabı ilginç buldum.

Ik vond het boek interessant.

O, kitabı rafa koydu.

Hij plaatste het boek op de plank.

Kitabı kütüphaneye iade ettim.

Ik heb het boek teruggebracht naar de bibliotheek.

Kitabı baştan sona okudum.

- Ik heb het boek van kaft tot kaft gelezen.
- Ik heb het boek van het begin tot het einde gelezen.

Kitabı ondan ödünç aldı.

Ze heeft het boek van hem geleend.

Daha çok kitabı var.

Ze heeft meer boeken.

Tom o kitabı yazdı.

Tom heeft dat boek geschreven.

Bu kitabı çok seviyorum.

- Ik vind dit boek erg goed.
- Ik vind dit boek heel goed.

Kitabı ona yarın vereceğim.

Ik zal hem het boek morgen geven.

Ona kitabı yarın vereceğim.

Ik zal haar het boek morgen geven.

Onun birkaç kitabı var.

- Ze heeft enkele boeken.
- Ze heeft een paar boeken.

Kitabı on dolara aldım.

Ik heb het boek gekocht voor tien dollar.

Kitabı okumayı yeni bitirdim.

Ik heb het boek net uitgelezen.

Kitabı almana gerek yoktu.

Je hoefde het boek niet te kopen.

Bana o kitabı ver.

Geef me dat boek.

Ben kitabı zaten okudum.

Ik heb het boek al gelezen.

Kitabı sana postayla göndereceğim.

Ik stuur het boek met de post.

Onların birkaç kitabı var.

Ze hebben weinig boeken.

Sorun kitabı nereden alacağın.

De vraag is waar men het boek kan kopen.

Emily bu kitabı okudu.

Emily heeft dat boek gelezen.

Bu kitabı kim yayınladı?

Wie heeft dit boek gepubliceerd?

Kamal henüz kitabı okumadı.

Kamal heeft het boek nog niet gelezen.

Bu kitabı okuduğumu hatırlıyorum.

Ik herinner me dit boek gelezen te hebben.

Bu kitabı okuması hoş.

Dit boek is prettig om te lezen.

Bu kitabı zaten bitirdim.

Ik heb dit boek al uit.

Babamın birsürü kitabı var.

Mijn vader heeft veel boeken.

O kitabı satın almadım.

Ik heb dat boek niet gekocht.

Kitabı diğerlerinin üzerine koy.

Leg het boek op de andere.

O, kitabı okumayı bitirdi.

Hij heeft het boek uitgelezen.

Bu kitabı Tom'a ver.

Geef dit boek aan Tom.

O kitabı nereden almış?

Waar heeft ze dat boek gekocht?

- O kitabı birkaç kez okudum.
- Bu kitabı birkaç kez okudum.

Ik heb dat boek diverse keren gelezen.

- Sadece bu kitabı okumayı bitirdim.
- Az önce bu kitabı okumayı bitirdim.

Ik heb dit boek net uitgelezen.

Gerçek kitabı henüz okumamış olmamdır.

Feit is, dat ik het boek nog niet gelezen heb.

Bu kitabı önceden okumuş olabilirsin.

Je hebt dit boek misschien al gelezen.

Hiç kimse kitabı ağlamadan okuyamaz.

Niemand kan het boek lezen zonder te huilen.