Translation of "Jean" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Jean" in a sentence and their dutch translations:

Jean ne yaptı?

- Wat heeft Jean gedaan?
- Wat heeft Jean gemaakt?

- Jean ve Kate ikizler.
- Jean and Kate ikizler.

Jean en Kate zijn een tweeling.

Tom'un babasının adı Jean.

Toms vader heet Jean.

Jean ve Kate ikizdirler.

Jean en Kate zijn een tweeling.

Jean ve Janine domates yediler.

Jean en Janine aten tomaten.

Jean Alice'den daha az seyahat eder.

- Jean reist minder dan Alice.
- Jean verplaatst zich minder dan Alice.

Odada Marie ve Jean dışında kimse yoktu.

Er was niemand in de kamer behalve Marie en Jean.

Jean-de-Dieu Soult, güney Fransa'da küçük bir kasabadan geliyordu ve 16 yaşında

Jean-de-Dieu Soult kwam uit een klein stadje in Zuid-Frankrijk en nam op 16-jarige leeftijd