Examples of using "Dondurma" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou niet van ijs.
- Het ijs smelt.
- Het ijsje smelt.
Ik wil ijs.
Ik hou niet van ijs.
Het ijsje was heerlijk.
Wie wil er ijs?
Drie ijsjes, alstublieft.
Twee ijsjes, alstublieft.
Hij geeft niet om ijs.
- Ik wil een ijsje.
- Ik heb zin in een ijsje.
Laten we het vieren met een ijsje.
Ze houdt van ijs.
Tom houdt van ijs.
Iedereen houdt van ijs.
Tom eet ijs.
Het is een ijsje.
Kinderen houden van ijs.
Tom was ijs aan het eten.
Twee vanille-ijsjes alstublieft.
Ik wil ijs eten.
Ik wil een vanille-ijsje.
Geef me een klein ijsje.
- Je zou niet zoveel ijs moeten eten.
- Jullie zouden niet zoveel ijs moeten eten.
Tom at wat ijs.
Mijn vriend houdt van chocolade-ijs.
Tom houdt van vanille-ijs.
Wil je wat ijs?
Ik at ook een ijsje.
Ze bestelde een ijsje.
Als je mij ijs koopt, dan zal ik je kussen.
Tom at veel ijs.
Tom bestelde een ijsje.
- Wil je meer ijs?
- Wilt u meer ijs?
- Willen jullie meer ijs?
Ik eet bijna nooit ijs.
Je mag niet te veel ijs en spaghetti eten.
...en balanceerde het stom genoeg op de deksel van een ijsbakje...
- Als je mij ijs koopt, dan zal ik je kussen.
- Als je mij een ijsje betaalt, dan geef ik je een zoen.
Ik had graag twee bollen ijs in één hoorn alstublieft.
Tom eet graag ijs met een kleine lepel.
- Als je mij ijs koopt, dan zal ik je kussen.
- Als je mij een ijsje koopt, dan geef ik je een kus.
- Als je mij een ijsje betaalt, dan geef ik je een zoen.