Examples of using "Bekliyor" in a sentence and their dutch translations:
Hare Majesteit wacht.
Ik zal wachten.
Tom wacht.
Hij zit te wachten.
- Ze wachten.
- Zij wachten.
- Iedereen wacht.
- Ze wachten allemaal.
- Je gasten wachten.
- Uw gasten wachten.
- Jullie gasten wachten.
De prins is aan het wachten.
De prinses wacht.
- Iedereen wacht op je.
- Iedereen wacht op u.
- Iedereen wacht op jullie.
Tom wacht op u.
- Iedereen wacht op je.
- Iedereen wacht op u.
- Iedereen wacht op jullie.
Thomas wacht op iemand.
- Tom is waarschijnlijk aan het wachten.
- Tom wacht waarschijnlijk.
Er wacht een taxi.
Tom wacht op het vliegveld.
Mijn studenten wachten op mij.
Tom wacht op u.
Ze wachten allemaal op het donker.
Ze zijn vast op je aan het wachten.
Hij zal op je wachten.
- Ze wacht thuis op je.
- Ze wacht thuis op u.
- Ze wacht thuis op jullie.
Tom zal op je wachten.
Tom staat bij de bushalte te wachten.
Tom wacht daar op u.
Tom wacht op ons in zijn kantoor.
Tom wacht op ons in het park.
We hadden ergens verwacht dat dat zou gebeuren.
- Ze verwacht een kind.
- Ze is zwanger.
Tom wil dat ik er vroeg ben.
Tom kijkt uit naar Kerstmis.
Tom is nog steeds in afwachting van zijn proces.
Tom is nu in afwachting van zijn proces.
En stedelijke roofdieren wachten.
Wat staat je te wachten in New York?
- Mijn studenten hebben vol ongeduld zitten wachten op de testresultaten.
- Mijn studenten hebben gretig zitten wachten op de testresultaten.
Ze verwacht een kind in juni.
Het gevaar ligt altijd op de loer.
Tom en Mary wachten op de bus.
- Tom verwacht je, toch?
- Tom verwacht u, toch?
Tom verwacht dat, nietwaar?
Tom wacht nog steeds op een antwoord.
Tom kijkt ernaar uit je te ontmoeten.
Ik zal morgenochtend op je wachten op het station.
Tom heeft meer dan drie uur gewacht.
Maar wetenschappers voorspellen dat dat nummer omhoog gaat
- Tom wacht tot zijn dochter van de dansavond thuiskomt.
- Tom wacht tot zijn dochter van de dansvoorstelling thuiskomt.
- Tom wacht tot zijn dochter van het dansfeest thuiskomt.
Tot het vloed wordt... ...heeft hij een zware nacht voor de boeg.
Ik moet nu ophangen. Iemand wacht om de telefoon te gebruiken.
- Ben je ergens op aan het wachten?
- Wacht je ergens op?
Hongerig en volledig van haar afhankelijk. Ze heeft een drukke nacht.
Wat voor een vraag is dat? Verwacht je echt dat ik daar antwoord op geef?
Tom en Maria wachten op ons.
De keus is aan jou. Ik doe wat jij wilt. Neem een besluit. Dana wacht op ons.