Examples of using "Olacağım" in a sentence and their dutch translations:
Ik sta aan jullie zijde...
Ik zal er zijn.
Ik zal wachten.
Ik zal jouw leraar zijn.
Ik zal er klaar voor zijn.
Ik zal blijven.
Ik ga maar eens.
Ik zal er zijn.
Ik zal vrij zijn.
Ik zal eerlijk zijn.
Ik zal aardig zijn.
Als je glimlacht, zal ik gelukkig zijn.
Ik zal reeds vertrokken zijn wanneer jij terug komt.
Ik denk dat ik misselijk word.
Ik ga maar eens.
Ik zal 's morgens thuis zijn.
Ik word dokter.
Morgen word ik achtentwintig.
Ik heb een afspraak met Tom.
Morgen ben ik thuis.
Ik zal heel voorzichtig zijn.
Ik ben er zo.
Ik kom maandag.
Ik zal een braaf meisje zijn.
Volgend jaar word ik zeventien.
wat voor een man ik moest worden als een volwassene.
Ik zal uw vraag graag beantwoorden.
Ik zal een braaf meisje zijn.
Vanmiddag ben ik vrij.
Ik kijk ernaar uit om weer met u te praten.
Ik kom vanavond terug.
- Ik zal uw eerste patiënt zijn.
- Ik zal je eerste patiënt zijn.
- Volgende keer ben ik er klaar voor.
- Volgende keer zal ik er klaar voor zijn.
Ik ben hier de hele dag.
Ik blijf tot Kerstmis weg.
In september word ik zestien.
Ik zal met Kerstmis thuis zijn.
Ik zal er altijd voor u zijn.
Ik blijf hier drie maanden.
Ik zal harder moeten studeren.
Over een week ben ik in Engeland.
Volgende maand vertrek ik naar Australië.
Tot vier uur zal ik bezig zijn.
Ik zal u met plezier helpen.
Ik zal jouw grootste nachtmerrie zijn.
Ik ga naar Boston vliegen.
Ik ben hier als je me nodig hebt.
- Als je sterft, zal ik blij zijn.
- Wanneer u doodgaat, zal ik me verheugen.
Ik zal hard moeten werken.
Ik blijf twee dagen hier.
Ik ben er binnen een minuut.
Ik zal deze namiddag bezet zijn.
Ik ben er over tien minuten.
Ik word dertig in oktober.
Volgende week word ik dertig jaar.
Ik zal morgen de hele dag hier zijn.
Waar ik ook ben, ik ben er voor jullie.
maar dat ik het nu heb losgemaakt
Ik zal daar om vijf uur ‘s middags zijn.
Ik zal je zoveel als ik kan helpen.
Volgend jaar word ik zeventien.
Ik zal jouw uitnodiging graag aannemen.
Ik zal morgenochtend op je wachten op het station.
- Ik ben boven als je me nodig hebt.
- Ik ben boven als jullie me nodig hebben.
- Ik ben boven als u me nodig hebt.
Ik blijf aan uw kant, wat er ook gebeurt.
Ik zit in de kamer hiernaast als je me nodig hebt.
Ik ga me weldra inschrijven voor een cursus Duits.
Ik zal er om half acht zijn.
- Geloof mij. Ik word een nieuwe mens.
- Geloof mij. Ik word een nieuwe man.
Ik ga douchen en scheren. Dan trek ik een pak aan.
Als ik 100 mocht worden, leef ik nog in 2103.
Ik zal overmorgen vertrekken.
Wacht op mij. Ik ben er over een minuut of tien.
- Met plezier zal ik je helpen.
- Ik zal je met plezier helpen.
- Ik help je graag.
- Ik zal u vergezellen.
- Ik ga met u mee.
- Ik ga met je mee.