Examples of using "İstiridye" in a sentence and their dutch translations:
Ik eet geen oesters.
Ik hou niet van oesters.
Houd je van oesters?
Tom eet oesters.
- Kan je rauwe oesters eten?
- Kunt u rauwe oesters eten?
- Kunnen jullie rauwe oesters eten?
- Hou je van gerookte oesters?
- Houden jullie van gerookte oesters?
- Heb je ooit oesters gegeten?
- Heeft u ooit oesters gegeten?
- Hebben jullie ooit oesters gegeten?
We hadden oesters eerder.
- Thomas eet graag rauwe oesters.
- Tom eet graag rauwe oesters.
- Wil je oesters, of heb je liever mosselen?
- Wilt u oesters, of hebt u liever mosselen?