Examples of using "Istersin" in a sentence and their dutch translations:
Wat wil je hebben?
Waar wil je eten?
Waar wilt ge naartoe?
Waar wil je wonen?
Met wie wil je praten?
Waar zou je als eerste heen willen?
Wanneer zou je willen beginnen?
Bij welke groep wilt ge aansluiten?
Naar welk strand wil je gaan?
Waar wil je heenreizen?
Wanneer willen jullie gaan?
- Welke cd wil je beluisteren?
- Welke cd wilt u beluisteren?
- Welke cd willen jullie beluisteren?
Waar wil je van de zomer heen gaan?
Wat wil je voor je verjaardag?
- Soms wil je gewoon chocola eten.
- Soms wil je gewoon alleen maar chocola eten.
Wat had je graag voor Kerstmis?
Wat wil je eten?
- Wat wilt u drinken?
- Wat wilt ge drinken?
Wat wilt ge dat ik doe?
Hoe lust je je eieren?
Wat wil je als lunch eten?
Wat wil je eten?
Waar zou u willen zitten?
- Wat wil je dat de kerstman je brengt?
- Wat wilt u dat de kerstman u brengt?
- Wat willen jullie dat de kerstman jullie brengt?
Willen jullie naar de film of naar het theater?
Wat wil je worden als je groot bent?
Wil je graag witte of rode wijn?
- Wat wil je?
- Wat wilt u?
- Wat willen jullie?
- Wat mot je?
Wil jij spaghetti of hamburgers als avondeten?
- Waar wil je zitten?
- Waar willen jullie zitten?
- Waar wilt u zitten?
- Wat wilt ge worden als ge groot zijt?
- Wat wil je worden als je groot bent?
- Wil je oesters, of heb je liever mosselen?
- Wilt u oesters, of hebt u liever mosselen?
Hoe drink jij je koffie?
Wilt ge koffie of thee?
- Wat wilt ge dat ik doe?
- Wat wil je dat ik doe?
Hoeveel wil je er?
- Wilt u thee of koffie?
- Willen jullie thee of koffie?