Examples of using "önce" in a sentence and their dutch translations:
- U eerst.
- Jij eerst.
- Jullie eerst.
- Ga jij maar eerst.
- Dames voor alles!
- Dames eerst.
- Dames gaan voor.
We hebben elkaar eerder ontmoet.
Dus zolang ons antwoord op die vraag
Drie jaar geleden
Maar ik moet mijn verhaal beginnen
Ik ging eerst naar OkCupid
Vóór de 17e eeuw
Negen jaar geleden.
- Je moet voor negen uur terugkomen.
- U moet voor negen uur terugkomen.
- Jullie moeten voor negen uur terugkomen.
- Gij eerst.
- Jij eerst.
- Ga jij maar eerst.
- Jij mag eerst.
Schudden voor gebruik.
- Ik ben net wakker.
- Ik ben net wakker geworden.
Laten we eerst eten.
- Het is net bekend geworden.
- Hij is net verschenen.
- Het is net verschenen.
- Hij is net uitgegeven.
We zijn zonet begonnen.
Lees dit eerst.
Dames voor alles!
- Ze zijn net vertrokken.
- Zij zijn net vertrokken.
- Ze zijn net weggegaan.
- Zij zijn net weggegaan.
- Laat me eerst gaan!
- Laat me als eerste!
- Eerst moet je laten zien wat je kunt.
- Je moet jezelf eerst bewijzen.
Wat is er het eerst gebeurd?
Ik ben zonet gestraft.
U eerst.
Laten we daar eerst naar kijken.
Hij is net weggegaan.
- Denk voor je spreekt.
- Eerst denken, dan zeggen.
Ik ben net overvallen geweest.
Ik had eerder moeten komen.
Laat ons dat eerst doen.
Doe eerst je sokken aan!
Bezint voor je begint.
- Gij eerst.
- Ga jij maar eerst.
Was je daar al eerder?
Ik ben acht jaar geleden getrouwd.
Hebben we elkaar eerder ontmoet?
Waar zou je als eerste heen willen?
Dat gebeurde decennia geleden.
Ik ben hier net aangekomen.
Hij is drie jaar geleden overleden.
En we wijden onze inspanningen allereerst op de rode taken.
Honderd jaar geleden
Ongeveer 200 jaar geleden
Het is tijd om van de opwarmende zon te genieten...
moet er een als eerste omvallen,
maar eerst moet ik uitleggen
- Ik kan je voor zijn op het station.
- Ik kan voor u in het station zijn.
Plicht gaat voor alles.
Ik ben net terug uit school.
De bus is net vertrokken.
Ik ben net klaar met inpakken.
Ik ben daar al geweest.
Kom voor zeven uur naar hier.
Hij is net teruggekomen.
Hij was al weg.
Hij is net weggegaan.
- Met wie praatte je zonet?
- Wie was dat waar je net mee praatte?
Betty zal voor de middag kunnen komen.
Hebben wij elkaar niet al eerder ontmoet?
- Eet je soep voor hij koud wordt.
- Eet je soep voor zij koud wordt.
Wil je eerst?
Eerst dacht ik dat ze ziek was.
- Ik ben zojuist uit Groot-Brittannië gekomen.
- Ik kwam juist terug uit Groot-Brittannië.
Voor vier uur geen bier!
Je zou je vlees beter snijden voor het te eten.
Doe het raam op slot voor je naar bed gaat.
We waren hier een jaar geleden.
Ik was mijn handen voor de lunch.
Ik ben net thuisgekomen.
Geef ons eerst een antwoord.
We hebben net het toilet schoongemaakt.
Tom is net aangekomen.
Waarom sta je op voor dat je wakker wordt?
Ik ben pas aangekomen in het station.
Ik zal de badkamer het eerste gebruiken.
Schud de fles voor gebruik.
Razvan is net vertrokken.
- Ik kan je voor zijn op het station.
- Ik kan voor u in het station zijn.
Ze zijn zojuist aangekomen.
Doe niet open voordat de trein stopt.
Hij kwam vóór acht uur terug.
- Sorry dat ik eerder zo onbeleefd was.
- Sorry dat ik eerder zo onbeschoft was.
We zijn een paar jaar geleden getrouwd.
Ik ben acht jaar geleden getrouwd.
Ik heb me voor het ontbijt gedoucht.
Ze zijn drie maanden geleden getrouwd.
Tom is net vertrokken.
- Ik heb zojuist jouw brief ontvangen.
- Ik heb zojuist uw brief ontvangen.
Denk na vooraleer je je mond opendoet.
Ik woonde vroeger in Kobe.