Examples of using "İslam" in a sentence and their dutch translations:
Fadil studeerde islam.
Islam is niet moeilijk.
Sami koos het pad van de islam.
Sami praat over islam.
Sami had het over de islam.
Portugal is geen islamitisch land.
Sami is zo anti-islam.
De islam arriveerde in de late negentiende eeuw in Suriname.
Sami wist niet veel over de islam.
Sami vertelde Layla wat hij over de islam dacht.
Sami schreef een boek over de islam.
Sami weet veel over de islam.
Fadil raakte geïnteresseerd in de islam.
Sami had een zeer slechte mening over de islam.
Sami heeft veel geleerd over de islam en het jodendom.
Sami studeerde islam.
Sami begon meer vragen te stellen over de islam.
Sami was zo anti-islam.
De drie grote monotheïstische religies zijn het christendom, islam en het jodendom.
De islam gaat niet over het doden van mensen.
Sami begon islam te studeren.