Examples of using "Konuşuyor" in a sentence and their dutch translations:
- Hij is aan de telefoon.
- Hij zit aan de telefoon.
- Iemand praat.
- Iemand is aan het praten.
Tom is aan het praten.
Wie spreekt er?
Iedereen heeft het erover.
- Spreekt ge tegen mij?
- Heb je het tegen mij?
Ze zijn met elkaar aan het praten.
Hij spreekt Engels.
- Tom stottert.
- Tom is aan het stotteren.
- Spreek je Berber?
- Spreekt u Berber?
- Spreken jullie Berber?
Hij spreekt ook Russisch.
- Spreek jij Bulgaars?
- Spreek je Bulgaars?
- Spreekt u Bulgaars?
Hij praat in zijn slaap.
- Spreekt u Italiaans?
- Spreek je Italiaans?
- Spreken jullie Italiaans?
De vrouw spreekt Spaans.
- Spreek je Kasjoebisch?
- Spreekt u Kasjoebisch?
- Spreken jullie Kasjoebisch?
Hij spreekt Chinees.
Spreekt hij met een accent?
Hallo. Hier spreekt Ogawa.
De jongen spreekt met zijn grootvader.
Tom is Frans aan het spreken.
- Spreekt u Macedonisch?
- Spreken jullie Macedonisch?
- Spreek je Tagalog?
- Spreekt u Tagalog?
- Spreken jullie Tagalog?
- Spreek je Iers?
- Spreekt u Iers?
- Spreken jullie Iers?
- Spreek je Volapük?
- Spreekt u Volapük?
- Spreken jullie Volapük?
Jane is met iemand aan het praten.
- Spreekt u Indonesisch?
- Spreken jullie Indonesisch?
Ze spreken Iers.
- Spreek je Swahili?
- Spreekt u Swahili?
- Spreken jullie Swahili?
- Spreek je Esperanto?
- Spreekt u Esperanto?
- Spreken jullie Esperanto?
- Spreekt u Grieks?
- Spreken jullie Grieks?
Zij spreekt Spaans.
Met wie spreekt hij?
Hij is al een uur aan het spreken.
- Spreekt u Hongaars?
- Spreken jullie Hongaars?
- Spreek je Hongaars?
- Spreek je Arabisch?
- Spreekt u Arabisch?
- Spreken jullie Arabisch?
De vrouw praat alsof ze een lerares is.
- Spreek je mijn taal?
- Spreekt u mijn taal?
- Spreken jullie mijn taal?
Hij spreekt 10 talen.
Hij spreekt vier talen.
Spreken jullie allemaal Frans?
- Spreek je Marathi?
- Spreekt u Marathi?
- Spreken jullie Marathi?
Hij spreekt ook Russisch.
De hele wereld spreekt Engels.
Jorge kan vier talen spreken.
Waarover heeft hij het?
Welke taal spreken zij?
Tom praat met zichzelf.
In Hongarije spreekt iedereen Hongaars.
Wat?! Tom spreekt Nederlands!
- Spreek je Toki Pona?
- Spreekt u Toki Pona?
- Spreken jullie Toki Pona?
- U moet rechtstreeks met Tom praten.
- Je moet rechtstreeks met Tom praten.
Tom spreekt een beetje Frans.
- Praat je over ons?
- Ben je over ons aan het praten?
- Praten jullie over ons?
Iedereen is over haar aan het praten.
Tom spreekt meerdere talen.
Hij spreekt vijf talen.
Ze spreekt luid.
Tom spreekt veel talen.
Sami praat over islam.
Spreekt jouw vriendin Engels?
Carlos spreekt Spaans op een onjuiste manier.
over de gezondheidszorg voor patiënten.
- Spreek je Engels en Schots-Gaelisch?
- Spreekt u Engels en Schots-Gaelisch?
- Spreken jullie Engels en Schots-Gaelisch?
- Ze spreekt beter Engels dan elk van haar klasgenoten.
- Ze spreekt het best Engels van haar klas.
Tom is met Mary aan het praten op de veranda.
Spreekt hij ook Hongaars?
Mary spreekt twee vreemde talen.
De vreemdeling spreekt Japans alsof het zijn moedertaal was.
Veel mensen in Afrika spreken Frans.
Spreekt Tom ook Frans?
Is hier iemand die Japans spreekt?
Pestkoppen als jij kramen onzin uit. -Ik ben...
Hij praat alsof hij alles weet.
Mijn oma praat langzaam.
Hij spreekt niet alleen Frans, maar ook Spaans.
Spreekt Arnold Schwarzenegger nog steeds Duits?
- Spreek je Georgisch?
- Spreekt u Georgisch?
- Spreken jullie Georgisch?
Tom spreekt Spaans, en Betty ook.
Spreek je Duits?