Examples of using "çocuktur" in a sentence and their dutch translations:
"Jongens zullen altijd jongens zijn."
Dit is de jongen.
Hij is een vrolijke jongen.
Hij is de grootste jongen.
Tom is nog steeds een kleine jongen.
Tom is een erg slimme jongen.
Hij is de jongen over wie we het laatst hadden.
Ze is maar een kind.
Hij is de grootste jongen.
Hij is maar een kind.