Examples of using "Boylu" in a sentence and their dutch translations:
Maria is groot.
Mijn vader is groot.
Hij is groot.
- Je vader is groot.
- Jullie vader is groot.
- Uw vader is groot.
- Tom is groot.
- Tom is lang.
Ze is niet lang.
Tom is vrij lang.
Zijn ze groot?
Je vader is behoorlijk groot.
Hij is de grootste jongen.
Meg is even groot als Ken.
De lange man kwam het huis uit.
Tom is groot en sterk.
Ze is lang en mooi.
Mijn zoon is langer dan ik.
Hij is de grootste jongen.
Ik had graag groter willen zijn.
Tom is de langste persoon die ik ken.
Mijn zoon is nu zo groot als ik.
Tom is niet zo lang als Maria.
De teakboom is een grote boom uit Azië.
Tom is niet zo groot als ik.
- Nederlanders zijn de langste mensen op aarde.
- Nederlanders zijn het langste volk op aarde.
- Is hij lang?
- Is hij groot?
De lange vrouw draagt een grijs pak.
Ik weet dat Tom iets langer is dan Maria.
Ik ben de langste van de klas.
Tom is niet zo groot als ik.
Weet jij, wie die lange groengeklede blondine is?
Tom is vreselijk klein.
Er ligt veel gras in onze tuin en er staan veel mooie bloemen en hoge bomen.
Wie is groter, Ken of Taro?