Translation of "Geçen" in Dutch

0.014 sec.

Examples of using "Geçen" in a sentence and their dutch translations:

Geçen haftaydı.

Het was afgelopen week.

- O, geçen hafta hastaydı.
- Geçen hafta hastaydı.

Hij was vorige week ziek.

Geçen ay Londra'daydım.

Ik was vorige maand in Londen.

- Tom geçen yıl öldü.
- Tom geçen sene öldü.

Tom is vorig jaar overleden.

- Babası geçen sene ölmüş.
- Babası geçen yıl öldü.

Zijn vader is vorig jaar overleden.

- Geçen yıl emekli oldum.
- Geçen sene emekli oldum.
- Ben geçen yıl emekli oldum.

- Ik ging vorig jaar met pensioen.
- Ik ben vorig jaar met pensioen gegaan.

- Sürücü belgemi geçen ay yenilettim.
- Sürücü ehliyetimi geçen ay yenilettim.
- Ehliyetimi geçen ay yenilettim.

Afgelopen maand heb ik mijn rijbewijs verlengd.

- Geçen yıl bir inme geçirdim.
- Geçen sene felç geçirdim.

- Vorig jaar heb ik een beroerte gehad.
- Afgelopen jaar kreeg ik een beroerte.

- Geçen yıl Londra'ya gittik.
- Biz geçen yıl Londra'ya gittik.

Vorig jaar zijn we naar Londen geweest.

Geçen yıl alev aldı.

werd vorig jaar bestraald door een zonnevlam.

O, geçen hafta hastaydı.

Hij was vorige week ziek.

Annesi geçen yıl öldü.

Haar moeder is vorig jaar overleden.

Ben geçen ay taşındım.

- Ik verhuisde een maand geleden.
- Ik ben afgelopen maand verhuisd.

Açıkçası, geçen yıl evlendik.

Om de waarheid te zeggen, we zijn vorig jaar getrouwd.

Geçen Noel ne yaptın?

Wat heb je vorig jaar met kerst gedaan?

O geçen yıl doğdu.

Ze is afgelopen jaar geboren.

Geçen Pazar ne yaptın?

Wat heb je afgelopen zondag gedaan?

Geçen hafta dedemi gördüm.

Ik zag mijn opa vorige week.

Geçen yıl Tom'u tanımıyordum.

Ik kende Tom vorig jaar nog niet.

Geçen gün seni düşündüm.

Laatst dacht ik aan je.

Japonya'ya geçen yıl geldim.

Ik ben vorig jaar naar Japan gekomen.

Geçen hafta çok meşguldüm.

- Ik was afgelopen week erg bezig.
- Afgelopen week was ik erg bezig.

Babası geçen hafta öldü.

Haar vader is vorige week overleden.

Geçen gün Tom'la konuşuyordum.

Ik was laatst met Tom aan het praten.

Dersler geçen ay başladı.

De lessen zijn vorige maand begonnen.

O geçen hafta öldü.

Ze is vorige week overleden.

Geçen yıl Boston'da yaşamıyordum.

Vorig jaar woonde ik niet in Boston.

Ona geçen hafta ödedim.

Ik heb hem vorige week betaald.

Geçen ay kasım mıydı?

Was de afgelopen maand november?

Geçen yıl oldukça başarılıydı.

- Het afgelopen jaar was behoorlijk succesvol.
- Het afgelopen jaar was vrij succesvol.

Geçen Noel şampanya içtik.

- Afgelopen kerst hebben we champagne gedronken.
- Afgelopen kerst dronken we champagne.
- We hebben afgelopen Kerstmis champagne gedronken.

Geçen hafta onunla birlikteydim.

Ik was met hem vorige week.

Tom geçen hafta hastaydı.

Tom was de vorige week ziek.

Geçen ay Amerikada mıydın?

- Was je vorige maand in Amerika?
- Was u vorige maand in Amerika?
- Waren jullie vorige maand in Amerika?

Geçen yıl nerede yaşadın?

- Waar heb je vorig jaar gewoond?
- Waar woonde je vorig jaar?

Babası geçen yıl öldü.

Zijn vader is vorig jaar overleden.

Bu geçen yılın karı.

Het is sneeuw van vorig jaar.

Geçen pazartesi pizza yedik.

We hebben afgelopen maandag pizza gegeten.

- Tom geçen yıl aramızdan ayrıldı.
- Tom geçen yıl vefat etti.

Tom is afgelopen jaar overleden.

- Geçen yıl Boston'da Tom'la tanıştım.
- Geçen yıl Boston'da Tom'a rastladım.

Ik heb Tom vorig jaar in Boston ontmoet.

- Geçen hafta kumsaldaydım ama bugün evdeyim.
- Geçen hafta plajdaydım ama bugün evdeyim.
- Geçen hafta sahildeydim ama bugün evdeyim.

Vorige week was ik aan het strand; maar vandaag ben ik thuis.

Geçen yıl sonunda kanıtlar yayınladık,

En vorig jaar hebben we eindelijk bewijs gepubliceerd

Uykusuz geçen birkaç geceden sonra

Dus na een aantal slapeloze nachten

Geçen zamana göre uygun boyuttaydı.

De juiste grootte, de juiste tijd.

Geçen perşembeden beri yağmur yağıyor.

Het regent sinds de vorige donderdag.

Geçen ay onunla karşılaştığımı unuttum.

Ik was vergeten dat ik haar vorige maand had ontmoet.

Helen, geçen sene Japonya'ya geldi.

Helen kwam vorig jaar naar Japan.

O geçen ekim ayında oldu.

Het gebeurde afgelopen oktober.

Yaşlı adam geçen hafta öldü.

De oude man is vorige week overleden.

Annem geçen aydan beri hastadır.

Mijn moeder is sinds de vorige maand ziek.

Geçen hafta ses sınavına katıldı.

Ze heeft afgelopen week auditie gedaan.

Ben onu geçen hafta aldım.

Ik heb het vorige week gekocht.

Geçen hafta partide Mary'ye rastladım.

Ik kwam Mary tegen op het feest afgelopen week.

Geçen pazar günü parka gittim.

Afgelopen zondag ben ik naar het park gegaan.

O, geçen hafta Amerika'ya gitti.

- Hij is vorige week naar de Verenigde Staten gegaan.
- Hij is afgelopen week naar Amerika gegaan.
- Hij is vorige week naar de Verenigde Staten toe gegaan.

O, geçen haftadan beri meşgul.

Ze is sinds vorige week druk.

Geçen yıl bir doktorla görüşmedim.

Ik heb vorig jaar geen dokter gezien.

Onun ablası geçen ay evlendi.

Haar oudere zus is afgelopen maand getrouwd.

Geçen yarıyıldan hâlâ kitabım var.

Ik heb het boek van het laatste semester nog steeds.

Geçen yıl New York'ta yaşadım.

Vorig jaar woonde ik in New York.

Tom buraya geçen hafta geldi.

Tom kwam hier vorige week.

O, geçen hafta ödül kazandı.

Hij won vorige week de prijs.

Geçen hafta burada yolumu kaybettim.

Vorige week ben ik hier de weg verloren.

Geçen pazartesi balık tutmaya gittim.

Ik ben vorige maandag gaan vissen.

Geçen gece burada mı uyudun?

Heb je de vorige nacht hier geslapen?

Geçen yıl çok kar vardı.

- Er was veel sneeuw vorig jaar.
- Het heeft afgelopen jaar veel gesneeuwd.

Geçen sene çok yağmur yağdı.

Het afgelopen jaar heeft het veel geregend.

Ben geçen hafta meşgul değildim.

Ik had het vorige week niet druk.

O, geçen ay Tom'la evlendi.

De vorige maand is ze met Tom gehuwd.

O geçen yıl okul değiştirdi.

Hij veranderde van school vorig jaar.

Geçen Yaz biz Hokkaido'ya gittik.

Vorige zomer gingen we naar Hokkaido.

O, geçen ay işini bıraktı.

Ze heeft afgelopen maand ontslag genomen.

Geçen yıl ithalat ihracatı aştı.

De invoer was groter dan de uitvoer vorig jaar.

Tom geçen Pazar yatakta hastaydı.

Afgelopen zondag lag Tom ziek op bed.

O, geçen yıl Hokkaido'da mıydı?

- Was hij het afgelopen jaar in Hokkaido?
- Is hij in Hokkaido geweest vorig jaar?

Geçen kış, Kanada'ya kayağa gittim.

De vorige winter ben ik naar Canada gaan skiën.

Geçen yıldan beri Kobe'de yaşamaktayım.

Ik woon sinds vorig jaar in Kobe.

Geçen yıl Sanda City'de yaşadım.

Ik woonde vorig jaar in Sanda.

Sıcaklık geçen hafta sıfırın üzerindeydi.

De temperatuur was afgelopen week boven nul.

Tom geçen kış Boston'a taşındı.

Tom is afgelopen winter naar Boston verhuisd.

Geçen hafta sonu nereye gittiniz?

Waar ben je afgelopen weekend heengegaan?

Tom geçen hafta derse katılmadı.

Tom volgde geen les vorige week.

Geçen yaz Boston'da olduğunu biliyorum.

- Ik weet dat je vorige zomer in Boston was.
- Ik weet dat u vorige zomer in Boston was.
- Ik weet dat jullie vorige zomer in Boston waren.

Geçen hafta sonu ne yaptın?

Wat heb je vorig weekend gedaan?

Tom geçen pazar kilisede değildi.

Tom was de afgelopen zondag niet in de kerk.

Tom geçen yıl Mary'den boşandı.

Tom is vorig jaar van Maria gescheiden.

O geçen haftadan beri hasta.

Ze is sinds vorige week ziek.

Geçen hafta yaptığım elbise budur.

Dit is de jurk die ik vorige week heb gemaakt.

Geçen gün bahsettiğim araba bu.

Dit is de auto waar ik het laatst over had.

Bu otel geçen yıl yapıldı.

- Dit hotel is vorig jaar gebouwd.
- Dit hotel werd vorig jaar gebouwd.

Geçen yıl niçin Kyoto'da yaşadın?

Waarom woonde je in Kyoto vorig jaar?

Parayı ona geçen hafta ödedim.

Ik heb hem vorige week betaald.