Examples of using "Trozos" in a sentence and their dutch translations:
Geef mij drie krijtjes.
Schil de wortelen en snij ze in reepjes.
Hij schilt de aardappels en zij snijdt ze in stukken.
Zij sneed de taart in 6 stukken en gaf aan elk kind een stuk.
Ze verdeelde de taart in vijf stukken.