Translation of "Tendrás" in Dutch

Tendrás que trabajar mucho.

Je zult hard moeten werken.

Sólo así tendrás éxito.

- Alleen zo zult ge slagen.
- Alleen zo zul je slagen.

Mañana tendrás que madrugar.

- Je zal morgenochtend vroeg op moeten.
- Je moet morgenochtend vroeg op.

- Tendrás que esperar y ver.
- Tendrás que esperar a ver qué pasa.

Je zal moeten afwachten.

Tendrás que esperar y ver.

Je zal moeten afwachten.

Tendrás que confeccionar alguna excusa.

Ge zult een of ander excuus moeten vinden.

Da lo mejor, y tendrás éxito.

Doe je best en het zal je lukken.

- ¿Cuánto tendrás que esperar?
- ¿Cuánto debes esperar?

- Hoelang moet je wachten?
- Hoelang zal je moeten wachten?

Quedate tranquilo. Mañana mismo tendrás tu recompensa.

Blijf kalm. Je zult morgen je beloning krijgen.

Tendrás que estudiar más de ahora en adelante.

Je zult vanaf nu harder moeten studeren.

Si quieres casarte conmigo tendrás que arrodillarte y darme un anillo.

Als je met me wilt trouwen zul je op de knieën moeten en me een ring moeten geven.

Enrédate con el ciempiés del bosque de Asia y tendrás un mal día.

Wie in conflict raakt met een Aziatische bosduizendpoot beleeft een slechte dag.

- ¿Tendrás una fiesta de Navidad en casa?
- ¿Harás una fiesta de Navidad en casa?

- Zul je een kerstfeestje houden bij jou thuis?
- Zult u een kerstfeestje houden bij u thuis?
- Zullen jullie een kerstfeestje houden bij jullie thuis?