Examples of using "Ver" in a sentence and their dutch translations:
- Kan je zien?
- Kunt u zien?
- Kunnen jullie zien?
- Laat zien.
- Laat me even kijken.
- Laat me eens zien.
Ik kan niet zien.
Eerst zien, dan geloven.
- Laten we eens kijken...
- Eens kijken...
- Laat me dat eens zien.
- Laat me dat zien.
- Kunt u dit zien?
- Kun je dit zien?
Eens kijken.
Laat me even kijken.
Val op.
Ik wil zien.
- Wil je het zien?
- Wil je zien?
Ik kan niets zien.
Ik kon niets zien.
- Laat me je tong zien.
- Laat me uw tong zien.
Ik zou graag tv kijken.
Kan u Tom zien?
Kom dat zien!
Ik hou van tv-kijken.
Kan je ver kijken?
Ik kan niet zien.
Ik zou graag tv kijken.
- Ik kan niets zien.
- Ik kan niet zien.
- Je kan tv kijken.
- U kunt tv kijken.
- Jullie kunnen tv kijken
Mag ik deze zien?
Eerst zien, dan geloven.
Ik wil deze film zien.
Tv-kijken is leuk.
Ik wil deze film graag zien.
We zien wat we verwachten te zien.
- Laat me alsjeblieft het litteken zien.
- Laat me alstublieft het litteken zien.
Laat me het zien.
Toon jezelf!
- Wilt ge het nu zien?
- Wil je het nu zien?
We willen Tom zien.
- Wilt u uw kamer zien?
- Wil je je kamer zien?
Ik kijk graag naar films.
Ik wil de film zien.
Ik kan niets zien.
Ik wil de kamer zien.
Kan ik het menu zien?
Mag ik uw paspoort even zien?
- Ik wil deze film zien.
- Ik wil die film zien.
Ik wil een filmpje pakken.
Ik wil hem niet zien.
Ik wil haar niet zien.
Ik kan niets zien.
Ik kan het licht zien.
Ik wil de directeur zien.
We willen deze films kijken.
Ik wil die film zien.
Ik kan niet zien zonder mijn bril.
Je zal moeten afwachten.
- We konden niets zien dan mist.
- Wij hebben niets anders dan mist gezien.
- We konden niets zien, behalve mist.
- Dit heeft met jou niets te maken.
- Dit heeft niets met jou te maken.
Als we cannabis leren zien
Even kijken. Ja, klopt.
Ze kunnen de bioluminescentie duidelijk zien.
De olifanten kunnen amper zien.
Niet in staat 's nachts te zien...
En je zag het hier.
Ik begon bijzondere dingen te zien.
Ik kan niemand zien.
Kan je de onzichtbare man zien?
Ik wil niet tv kijken.
Mag ik nu tv kijken?
Bob zag hem opnieuw.
Ik zou mijn vader willen zien.
Even zien of ik dat goed begrepen heb.
- We konden niets zien dan mist.
- Wij hebben niets anders dan mist gezien.
- We konden niets zien, behalve mist.
Ik zag hem nooit weer.