Examples of using "Hablar" in a sentence and their dutch translations:
Ze kan Frans spreken.
Kunnen we praten?
We willen praten.
Laat mij spreken.
Laat me uitspreken.
Ik wil spreken
- Wil je praten?
- Wil je iets zeggen?
Je mag iets zeggen.
Zij kan Spaans spreken.
Kan ik met je praten?
Ik kan Chinees spreken.
Met wie wil je praten?
- Kunt u Frans spreken?
- Kan je Frans spreken?
- Kunnen jullie Frans spreken?
Ze kan Frans spreken.
Met wie wil je praten?
Zij spreekt Russisch.
- Ze stopte met praten.
- Ze is gestopt met praten.
We willen met Tom praten.
Je moet Engels spreken.
Kan hij Engels spreken?
Tom wil u spreken.
Kan ik met je praten?
Kunnen we nu praten?
Ik begon te praten.
We moeten praten.
Ik kan Chinees spreken.
Hij kan Frans spreken.
Spreekt u Spaans?
Spreekt u Frans?
Ik kan niet spreken.
Ik wil Duits spreken.
- We babbelen graag.
- Wij praten graag.
Ik praat graag.
Ik wil in het Frans spreken.
Zij kan Spaans spreken.
Tom kan spreken.
Hij kon nauwelijks spreken.
Ik kan Frans spreken.
Spreekt u Japans?
Ik kan spreken.
Spreek je Esperanto?
Ik kan Nederlands spreken.
Ik zou graag met jou iets bespreken.
Praten met Eliana is als praten met een muur.
Engels spreken is leuk.
Spreek je Engels?
- Ik zou graag met je praten.
- Ik zou graag met u praten.
Kan ik met Pedro spreken?
Tom kan Frans spreken.
- Ik wil niet met je praten.
- Ik wil niet met u praten.
Ik praat er liever niet over.
- Kunt u langzamer spreken?
- Zou u alstublieft wat langzamer willen praten?
Ik praat er liever niet over.
Het is moeilijk om drie talen te spreken.
- Ze kan Japans spreken.
- Hij kan Japans spreken.
Hij stopte plotseling met praten.
Ik praat er liever niet over.
- Ik wil met ieder van hen praten.
- Ik wil ze graag allemaal spreken.
Hij spreekt ook Russisch.
- Ik zou graag met John spreken.
- Ik zou graag met Johano spreken.
De reden is omdat ik Chinees kan spreken.
Hoeveel talen kan je spreken?
Engels spreken is nuttig.
Engels spreken is moeilijk.
Is het moeilijk om Engels te spreken?
Ik wenste dat ik Engels kon spreken.
Hij kan Japans spreken.
Laat me uitspreken.
- Ik wil met hem spreken.
- Ik wil met hem praten.
- Stop met praten.
- Stop met kletsen.
- Kop dicht!
Zij kunnen Spaans spreken.
Kan je Toki Pona spreken?
Zij kunnen Engels spreken.