Examples of using "Ayudarte" in a sentence and their dutch translations:
Kan ik je helpen?
Ik beloof je te helpen.
- Ik kan je helpen.
- Ik kan jullie helpen.
- Ik kan u helpen.
We willen je helpen.
Ik wil jou graag helpen.
- Wij kunnen je helpen.
- Wij kunnen u helpen.
Ik wil je niet helpen.
- Ik wilde u helpen.
- Ik wilde je helpen.
Ik zou je graag willen helpen.
Ik kan je niet helpen.
- Ik kan je nog steeds helpen.
- Ik kan u nog steeds helpen.
- Ik kan jullie nog steeds helpen.
Ik kan je onmogelijk helpen.
Hij kan je niet helpen.
Laat me helpen.
Het spijt me dat ik je niet kan helpen.
Met wat kan ik u helpen?
Ik ben hier gekomen om je te helpen.
- Tom kan je nu niet helpen.
- Tom kan u nu niet helpen.
Mag ik je helpen?
Laat me je bij je werk helpen.
Ik ben altijd klaar om je te helpen.
Als ik tijd had, kon ik je helpen.
Laat me je helpen met dat zware pakket.
Wie kan je helpen om Duits te leren?
- Ik kan je niet helpen.
- Ik kan jullie niet helpen.
Laat me je helpen.
- Ik kan je niet helpen.
- Ik kan jullie niet helpen.
- Niemand kan je helpen.
- Niemand kan u helpen.
- Niemand kan jullie helpen.
- Wij kunnen je helpen.
- Wij kunnen u helpen.
- Niemand kan je helpen.
- Niemand kan u helpen.
- Niemand kan jullie helpen.
- Ik wil u niet helpen.
- Ik wil jullie niet helpen.
- Ik wil je niet helpen.
Ik denk dat hij je niet kan helpen.
- Tom kan je niet helpen.
- Tom kan u niet helpen.
- Tom kan jullie niet helpen.
Ik ben bereid u te helpen.
Dit is een goede oefening om je te helpen gewicht te verliezen.
Als ik tijd had, kon ik je helpen.
- Ik zal doen wat ik kan om te helpen.
- Ik zal doen wat ik kan om je te helpen.
- Tom heeft geen tijd om je te helpen.
- Tom heeft geen tijd om jullie te helpen.
- Ik vind het jammer dat ik je niet kan helpen.
- Het spijt me dat ik je niet kan helpen.
- Kan ik u helpen?
- Kan ik je helpen?
- Kan ik jullie helpen?
Ik ben hier niet om je te helpen.