Examples of using "Parar" in a sentence and their dutch translations:
Het regende zonder ophouden.
We moesten stoppen.
Ik kan niet stoppen.
Ze huilt voortdurend
Ik kan niet stoppen met hoesten.
Ik kan niet stoppen met niezen.
Kun je daarmee stoppen alsjeblieft?
Ik kon niet stoppen met lachen.
Je mag opstaan als je wilt.
Vrouwen praten non-stop.
moeten we stoppen met uitstoten.
Ik kon niet stoppen met lachen.
want als de uitstoot moet stoppen,
De regen is net gestopt. We kunnen gaan.
Hij stak de hand op om een taxi te stoppen.
Ik had de afgelopen 10 jaar non-stop gewerkt
Hij stak de hand op om een taxi te stoppen.
Stel u voor dat ge begint te hikken en niet meer kunt ophouden.
Dus jij denkt dat we moeten stoppen en een vuur moeten maken?
Je moet gewoon beslissen dat je ermee stopt.
Terwijl andere twinkelen... ...kunnen zij wel een minuut lang blijven gloeien.
Waar is al het brood gebleven?
Ze verplichtte haar in de keuken te eten en zonder ophouden te werken.
Je moet de auto tot stilstand brengen zodra er een rood lampje gaat branden.
- Het houdt juist op met regenen, laat ons dus vertrekken.
- Het is net opgehouden met regenen, dus laten we gaan.
- Het stopte net met regenen, dus laten we gaan.
Weet je, wanneer die kerel drinkt, verandert hij. Hij praat maar door en door, dus ik wil niet echt met hem drinken.