Examples of using "Luis" in a sentence and their dutch translations:
Beatriz houdt nog steeds van Luis.
Ik heet Luis.
Jorge Luis Borges was één van de bekendste Argentijnse auteurs.
In 1835 reed hij naast koning Louis Philippe in een openbare parade…
Koning Lodewijk XVIII is Frankrijk ontvlucht en heeft een rechtbank opgericht in Gent, 60 kilometer ten westen van Brussel.