Examples of using "Lotería" in a sentence and their dutch translations:
Ik won de lotto.
Het huwelijk is een loterij.
- Hij won de loterij.
- Hij heeft de loterij gewonnen.
Die bofkont heeft net de loterij gewonnen.
Als jullie de loterij zouden winnen, wat zouden jullie dan kopen voor dat geld?
Een geschikte man vinden is moeilijker dan de lotto winnen.
Een geschikte man vinden is moeilijker dan de lotto winnen.