Examples of using "Irnos" in a sentence and their dutch translations:
We moeten gaan.
- We moeten vertrekken.
- We moeten gaan.
Wij willen weggaan.
We moeten gaan.
Oké, we moeten gaan. Hé.
We moeten vroeg vertrekken.
We kunnen beter gaan.
Zijn we klaar om te gaan?
Ik denk dat we nu moeten gaan.
We hebben geen andere keuze dan weg te gaan.
Wij willen weggaan.
De regen is net gestopt. We kunnen gaan.
Maar nu is het tijd... ...dat we hier wegkomen.
- We zijn klaar om te gaan.
- We zijn klaar om te vertrekken.