Examples of using "Familiares" in a sentence and their dutch translations:
Vrienden, buren, familie, mijn gemeenschap:
We moeten de familietradities in ere houden.
onze verklaringen, familiegeschiedenis, de dingen die we geloven,
Al mijn vrienden en familie zijn dood.
de graven van mijn 31 familieleden die zijn gedood in Syriƫ,
Voordat ik oud genoeg was om alcohol te drinken, vond ik familiefeesten ondraaglijk.