Translation of "Fiestas" in Dutch

Odio las fiestas.

Ik haat feesten.

- Felices vacaciones.
- Felices fiestas.

- Fijne vakantie.
- Prettige feestdagen.

Las fiestas son divertidas.

Feestjes zijn leuk.

Las fiestas me aburren.

Feestjes vervelen mij.

Me encantan las fiestas.

Ik hou van feesten.

Detesto las fiestas de cumpleaños.

Ik haat verjaardagsfeestjes.

Es inusual que me inviten a fiestas.

Ik word maar zelden op feestjes uitgenodigd.

No me suelen invitar a fiestas a menudo.

Ik word niet vaak op feestjes uitgenodigd.

A él nunca lo invitan a las fiestas.

Hij wordt nooit uitgenodigd op feestjes.

Ella es muy tímida y se siente incómoda en las fiestas.

Ze is heel schuchter en voelt zich niet op haar gemak op feestjes.

Yo encontraba las fiestas familiares insoportables antes de tener edad suficiente para beber alcohol.

Voordat ik oud genoeg was om alcohol te drinken, vond ik familiefeesten ondraaglijk.