Examples of using "Extranjero" in a sentence and their dutch translations:
Hij is een buitenlander.
Ik ben buitenlander.
Ben je een buitenlander?
- Ik ben een buitenlander.
- Ik ben buitenlander.
Hij ging naar het buitenland.
Ben je van plan om naar het buitenland te gaan?
Ik studeer in het buitenland.
Hij ging naar het buitenland.
Ik wil naar het buitenland.
Hij heeft een buitenlandse wagen.
Hij besloot naar het buitenland te gaan.
Ik ga naar het buitenland.
Ik denk erover naar het buitenland te gaan.
Hij reist graag naar het buitenland.
Ik wil in het buitenland studeren.
Ik besloot in het buitenland te studeren.
Zoudt ge graag naar het buitenland gaan?
Ben je van plan om naar het buitenland te gaan?
- Ben je in het buitenland geweest?
- Bent u in het buitenland geweest?
- Zijn jullie in het buitenland geweest?
Hij is net vanuit het buitenland terug.
- Hoe vaak ga je naar het buitenland?
- Hoe vaak gaat u naar het buitenland?
- Hoe vaak gaan jullie naar het buitenland?
Ik denk erover naar het buitenland te gaan.
- Ik ben nooit in het buitenland geweest.
- Ik ben nog nooit in het buitenland geweest.
Hij is nooit in het buitenland geweest.
Het is leuk om een vreemde taal te leren.
Jammer genoeg woont ze in het buitenland.
Hoe lang was je in het buitenland?
Heb je ooit in het buitenland gestudeerd?
Een vreemde taal leren is makkelijk.
Zij is getrouwd met een buitenlander.
Ik heb veel vrienden in het buitenland.
Volgend jaar ga ik naar het buitenland.
Ze spaart om naar het buitenland te trekken.
Hoezo wil je in het buitenland studeren?
Is jullie oom nog steeds in het buitenland?
- Het is niet eenvoudig om een vreemde taal te leren.
- Het is niet makkelijk om een vreemde taal te leren.
We moeten deze uit het buitenland aankopen.
De buitenlander kende helemaal geen Japans.
Ben je in het buitenland geweest?
Mijn droom is om in het buitenland te studeren.
Je hebt een paspoort nodig om naar het buitenland te gaan.
Als ik rijk was, zou ik naar het buitenland gaan.
Heb je 'm? Je moet een vreemde taal leren.
Mijn vader gaat soms naar het buitenland.
Ik had de mogelijkheid om naar het buitenland te reizen.
- Er is veel tijd nodig om een vreemde taal te kunnen spreken.
- Je hebt veel tijd nodig om een vreemde taal te spreken.
Esperantisten reizen vaak naar vreemde landen.
Om naar het buitenland te reizen heeft men meestal een internationaal paspoort nodig.