Examples of using "Devolver" in a sentence and their dutch translations:
Ik moet dit boek vandaag terugbrengen.
Ik moet dit boek vandaag terugbrengen naar de bibliotheek.
Ik moet het boek voor zaterdag terugbrengen.
Ik moet deze boeken terugbrengen naar de bibliotheek.
Ik kreeg zo veel van de natuur en nu kon ik zelf geven.
Ik wil graag dat boek, dat ik laatst aan jou heb uitgeleend, weer terug hebben.