Translation of "Debería" in Dutch

0.011 sec.

Examples of using "Debería" in a sentence and their dutch translations:

- Debería habértelo dicho.
- Debería habértelo contado.

- Ik had het u moeten vertellen.
- Ik had het je moeten vertellen.

¿Debería decírselo?

Zou ik het hem moeten vertellen?

¿Debería ir?

- Zou ik moeten gaan?
- Zou hij moeten gaan?
- Zou ze moeten gaan?

Debería venir.

- Hij zou moeten komen.
- Zij zou moeten komen.

Debería salir.

Ik zou beter vertrekken.

Debería presentarse.

U zou zich moeten voorstellen.

¿Debería trepar el acantilado o debería costearlo?

De kliffen beklimmen... ...of langs de kustlijn coasteeren?

- Él debería agradecerle.
- Debería darte las gracias.

- Hij zou u moeten danken.
- Hij zou je moeten bedanken.

- Debería limpiar esa habitación.
- Debería ordenar esa pieza.

- Ik zou die kamer moeten opruimen.
- Ik zou die kamer moeten schoonmaken.

- Debería haber venido antes.
- Debería haber llegado antes.

Ik had eerder moeten komen.

¿Qué debería comer?

Wat zou ik eten?

Eso debería bastar.

Dat zou moeten volstaan.

Me debería ir.

Ik moet gaan.

¿Qué debería hacer?

Wat moet ik doen?

Debería aprender francés.

Ik zou Frans moeten leren.

¿Debería aprender esperanto?

Moet ik Esperanto leren?

¡Debería darte vergüenza!

Schaam je!

Debería ir contigo.

Ik zou mee moeten gaan.

Él debería agradecerle.

Hij zou u moeten danken.

- No debería estar riéndome.
- No me debería estar riendo.

Ik zou niet moeten lachen.

- ¿Crees que debería ir solo?
- ¿Crees que debería ir sola?

Vind jij dat ik alleen zou moeten gaan?

¿Debería importarles a Uds.?

Moet jij bijvoorbeeld erom geven?

Debería estar por aquí.

Het moet hier ergens zijn.

Pero primero debería señalar

maar eerst moet ik uitleggen

Y debería haberlo sabido,

Ik had het kunnen weten,

La gente debería trabajar.

Mensen moeten werken.

Tom debería ir partiendo.

Tom moet ervandoor.

Debería leer el libro.

Ik zou het boek moeten lezen.

Creo que debería irme.

- Ik denk dat ik ervandoor moet.
- Ik geloof dat ik weg moet gaan.

Debería haber trabajado más.

Hij had harder moeten werken.

Debería limpiar esa habitación.

Ik zou die kamer moeten schoonmaken.

¿Qué debería haber hecho?

Wat had ik moeten doen?

Debería haber dicho algo.

Ik had iets moeten zeggen.

Esa noticia debería alegrarlo.

Dat nieuws zou hen moeten blij maken.

Nunca debería haberte escuchado.

Ik had nooit naar je moeten luisteren.

¿Debería cortarme el pelo?

- Moet ik mijn haar kappen?
- Moet ik mijn haar knippen?
- Zou ik mijn haar moeten knippen?
- Zou ik mijn haar moeten kappen?

Siento que debería ayudarle.

Ik voel dat ik u moet helpen.

¿Debería pagar el gas?

Moet ik voor de benzine betalen?

Usted no debería salir.

Het is beter als je niet weggaat.

Debería ir a París.

Ik zou moeten naar Parijs rijden.

¿Qué postre debería tomar?

Welk dessert moet hij eten?

¿A quién debería elegir?

Wie zal ik kiezen?

Imagino que debería presentarme.

Ik veronderstel dat ik mezelf zou moeten voorstellen.

Esto no debería ser controversial.

Dit zou niet controversieel mogen zijn.

La norma debería ser revisada.

De regel zou herzien moeten worden.

¿Debería esperarla a que vuelva?

Zou ik wachten tot ze weer komt?

Tom debería haberse ido antes.

Tom had vroeger moeten weggaan.

Debería estar en el colegio.

Ik moet eigenlijk op school zijn.

¿Cuándo debería yo recogerte mañana?

Wanneer zal ik je morgen afhalen?

¿Por qué debería aprender francés?

Waarom zou ik Frans leren?

Yo debería preguntar, ¿o no?

Eigenlijk zou ik het moeten vragen, hè?

Primero, debería escuchar ambas partes.

Om te beginnen zou ik beide partijen moeten horen.

Usted debería aprender a controlarse.

U moet leren om u te beheersen.

Debería trabajar en mi tesis.

Ik zou beter aan mijn werkstuk werken.

¿Crees que debería ir solo?

Vind jij dat ik alleen zou moeten gaan?

¿Crees que debería ir sola?

Vind jij dat ik alleen zou moeten gaan?

- Debí haber llegado más temprano.
- Debería haber venido antes.
- Debería haber llegado antes.

Ik had eerder moeten komen.

- Yo debería ser el que cuida de Tom.
- Yo debería ser la que cuida de Tom.
- Yo debería ser quién cuida de Tom.

Ik zou degene moeten zijn die voor Tom zorgt.

Debería saltar sobre toda esta nieve.

Ik ga over de top van de sneeuw en het ijs...

Bien, debería darme algo de energía.

Het is wat energie.

¿Debería importarle al resto del mundo?

Moet de rest van de wereld zich daar iets van aantrekken?

Usted debería ver a un dentista.

Ge zoudt naar een tandarts moeten gaan.

John debería llegar en cualquier momento.

John zou op elk moment moeten aankomen.

Tom no debería haber hecho eso.

Tom had dat niet moeten doen.

Debería haber mantenido la boca cerrada.

- Zij had haar mond moeten houden.
- Zij had beter gezwegen.
- Zij had haar kop moeten houden.

¿Debería Escocia ser un país independiente?

Zou Schotland een onafhankelijk land moeten zijn?

El matrimonio gay debería ser legal.

Het homohuwelijk moet legaal zijn.

Tom debería pedirle consejo a Mary.

Tom zou Mary om advies moeten vragen.

¿Por qué debería preocuparme por Tom?

Waarom zou ik me zorgen maken om Tom?

¿Por qué no debería hacer eso?

Waarom zou ik dat niet doen?

Creo que Tom debería comer más.

Ik denk dat Tom meer moet eten.

¿Cuánto debería estar comiendo mi hija?

- Hoeveel moet mijn dochter eten?
- Hoeveel zou mijn dochter moeten eten?

¡El premio debería ser para mí!

De prijs zou voor mij moeten zijn!