Examples of using "Comprarle" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil een cadeau kopen voor Tom.
Ik weet niet wat ik voor hem voor zijn verjaardag moet kopen.
Hij moet een nieuwe fiets voor zijn zoon kopen.
Ik ben van plan een horloge voor mijn zoon te kopen.
Ik moet bloemen kopen voor mijn vriendin.
Tom gaf al het geld uit dat hij had om Maria een kerstcadeau te kopen.
Voor Dan heb ik een stropdas gekocht, voor Elena koop ik een sjaal.