Translation of "Acusaron" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Acusaron" in a sentence and their dutch translations:

Me acusaron injustamente.

- Ik werd vals beschuldigd.
- Ik werd ten onrechte beschuldigd.

Ellos lo acusaron de mentir.

- Zij beschuldigden hem van liegen.
- Zij betichtten hem van een leugen.
- Zij noemden hem een leugenaar.

- Los dos hombres se acusaron mutuamente.
- Los dos hombres se acusaron el uno al otro.

De twee mannen beschuldigden elkaar.

- Los niños se acusaron los unos a los otros.
- Los niños se acusaron el uno al otro.

De kinderen beschuldigden elkaar.

Me acusaron de no haber cumplido mi promesa.

Ze beschuldigden me van het breken van mijn belofte.