Examples of using "Mutuamente" in a sentence and their dutch translations:
Ze hielpen elkaar.
- Ze omhelsden.
- Zij omhelsden.
- Ze omarmden.
- Zij omarmden.
Ze glimlachten naar elkaar.
- Vind gemeenschappelijke interesses, en jullie zullen goed met elkaar overweg kunnen.
- Vind wederzijdse belangen, en jullie zullen goed met elkaar kunnen opschieten.
De twee mannen beschuldigden elkaar.
De twee zaken sluiten elkaar niet noodzakelijkerwijs uit.
In plaats van elkaar dit jaar kerstcadeaus te geven, hebben we het bedrag dat we aan cadeaus zouden hebben besteed aan een goed doel gedoneerd.