Examples of using "услышали" in a sentence and their dutch translations:
- We hebben het gehoord.
- We hoorden het.
- We hebben gehoord.
- We hoorden.
Ze hebben de boten gehoord...
We hoorden de deur dichtgaan.
zou ik je graag laten denken aan wat je in het begin hoorde,
Beiden weenden toen ze het tragische nieuws gehoord hadden.
We hoorden drie schoten.
Ik bad veel, maar de goden hoorden me niet.