Examples of using "старой" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben van de oude stempel.
Tom droeg een oude hoed.
- Het oude echtpaar had geen kinderen.
- Het bejaarde echtpaar had geen kinderen.
- Ik schaamde me om in oude kleren uit te gaan.
- Ik was beschaamd om in oude kleren uit te gaan.
Ik ben erg gehecht aan deze oude strooien hoed.
Mijn vader rijdt met een heel oude auto.
- Wat was er aan de hand met het oude?
- Wat was er aan de hand met de oude?