Examples of using "согласны" in a sentence and their dutch translations:
- Verstaan?
- Begrepen?
- Oké?
- Akkoord?
We zijn het allebei ermee eens.
Zij gaan akkoord.
We zijn het eens.
Iedereen is het eens.
Bent u het niet eens?
Wij zijn het met hem eens.
- Tom en ik zijn het eens.
- Tom en ik gaan akkoord.
Haar vrienden zijn het daar niet mee eens, voor zover ik weet.
Zijn vrienden zijn het daar niet mee eens, voor zover ik weet.
Zijn jullie het ermee eens?
- We zijn het eens.
- We waren het eens.
We zijn het allemaal eens dat we vroeg moeten vertrekken.
Zijn jullie het eens met Tom?
Lees en luister naar mensen waar je het flagrant niet mee eens bent.
Bent u het niet eens?
Ben je het niet met me eens?
Je bent het met hem eens.
Ben je het met hem eens?