Examples of using "русском" in a sentence and their dutch translations:
Hij spreekt perfect Russisch.
Rusland wordt "Rossiya" genoemd in het Russisch.
Ik spreek Esperanto en Russisch.
Rusland wordt "Rossiya" genoemd in het Russisch.
Zij spreekt Russisch.
Ik spreek een beetje Russisch.
Hij spreekt perfect Russisch.
Tom spreekt vijf talen, waaronder Russisch.
Zij spreekt Russisch.
Russisch heeft er 12, maar sommige talen, zoals Wobé, heeft er slechts 3.
Tom spreekt vijf talen, waaronder Russisch.