Examples of using "Россию" in a sentence and their dutch translations:
- Ik wil naar Rusland.
- Ik wil naar Rusland gaan.
Napoleon leidde zijn troepen naar Rusland.
Napoleon heeft zijn leger naar Rusland geleid.
Waarom wil ze naar Rusland gaan?
Waarom willen ze terugkeren naar Rusland?
Rusland wordt "Rossiya" genoemd in het Russisch.
Waarom moet ze volgende week naar Rusland gaan?
Dit bracht Rusland in conflict met Japan, dat ook het oog hadden laten vallen op Mantsjoerije en Korea.
Rusland wordt "Rossiya" genoemd in het Russisch.