Examples of using "прогуляться" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil een wandeling maken.
Willen jullie gaan wandelen?
Ik stelde voor te gaan wandelen.
Wil iemand een wandeling naar het strand maken?
Wil je een korte wandeling maken?
Wat vind je ervan om een wandeling te maken in het park?
Maria en Tom besloten het nabijgelegen bos in te wandelen.
Wij willen gaan wandelen maar het regent pijpenstelen.