Examples of using "почувствовала" in a sentence and their dutch translations:
Ze voelde zich ziek.
Ze voelde zich een beetje moe.
Ze kon haar knieën voelen trillen.
Ik voelde me buitengesloten.
Ik voelde me schuldig.
Ze voelde zich eenzaam toen al haar vrienden naar huis waren gegaan.
Ik voelde me gelukkig.