Examples of using "почувствовал" in a sentence and their dutch translations:
Tom voelde zich schuldig.
Ik voelde de aardbeving.
Tom voelde zich opgelucht.
Ik rook spek.
Tom voelde de aardbeving niet.
Tom voelde zich ziek.
Tom rook rook.
Hij voelde zich moe.
Wat ze me leerde, was te voelen...
Tom voelde zich zwak.
Ik voelde me slecht.
Hij voelde zich niet lekker.
Ik voelde een scherpe pijn in mijn maag.
Ik heb gevoeld dat er iets niet klopte.
Tom voelde iemand zijn arm aanraken.
Ik voelde me buitengesloten.
- Tom voelde zich als een dwaas.
- Tom voelde zich aartsdom.
- Tom voelde zich als een domkop.
Ik voelde me slecht.
- Tom voelde zich dwaas.
- Tom voelde zich belachelijk.
Ik voelde me schuldig.
Ik wou dat niemand zich ooit nog zo zou moeten voelen.
Het was een opluchting, want de intensiteit van elke dag gaan...
Tom voelde zich hongerig.
En ik voelde het, opeens.
Ik kon het eten al ruiken lang voordat ik het huis inkwam.
Tom voelde zich machteloos.
Ik voelde me zeer ongemakkelijk.
Ik voelde me gelukkig.