Examples of using "отвечать" in a sentence and their dutch translations:
- U hoeft niet te antwoorden.
- Je hoeft niet te antwoorden.
- U hoeft niet te antwoorden.
- Je hoeft niet te antwoorden.
Ik weiger te antwoorden.
U hoeft niet te antwoorden.
- Ik ben bereid om te beantwoorden.
- Ik ben gereed om antwoord te geven.
Het is niet nodig deze brief te beantwoorden.
Je hoeft deze vraag niet te beantwoorden.
Je hoeft niet te antwoorden als je dat niet wilt.
-- je hoeft niet hardop te antwoorden --
- U moet die vragen niet beantwoorden.
- Je hoeft die vragen niet te beantwoorden.
Je hoeft niet te antwoorden als je dat niet wilt.
- U moet die vragen niet beantwoorden.
- Je hoeft die vragen niet te beantwoorden.
Je behoort verantwoordelijk te zijn voor je daden.
en dat ik zelfs iets wist te antwoorden.
Kun je stoppen met het beantwoorden van mijn vragen met een vraag?
Moet ik alle vragen beantwoorden?
Het moet resoneren met diepe behoeften en verlangens.
Ik weiger antwoord te geven op zo'n domme vraag.
Ik weiger antwoord te geven op zo'n domme vraag.
Je moet de verantwoording dragen voor wat je doet.
Ik kan niet verantwoordelijk zijn voor Toms veiligheid.
Ik zal geen vragen meer beantwoorden.
Je hoeft die vragen niet te beantwoorden.
Je hoeft die vragen niet te beantwoorden.
besloot ik om dat soort vragen zelf te gaan stellen
Ik ben niet van plan eender welke vraag te beantwoorden.
Zo hoor je niet te antwoorden aan je ouders.
We moeten deze kritische vragen stellen en ze beantwoorden.
Tom stelde een paar vragen waarop Maria geen antwoord wilde geven.
Moet ik alle vragen beantwoorden?