Examples of using "мам" in a sentence and their dutch translations:
Dankjewel, mama!
Mamma! Schiet op!
- Tot ziens, moeder.
- Dag, moeder.
- Ma, ik heb honger.
- Ma, ik heb trek.
Mamma! Schiet op!
Mama, Tom heeft mijn koekje opgegeten!
- Snel, mama! Iedereen is aan het wachten!
- Mam, schiet op! Iedereen wacht op je!
- Mam, schiet op! Iedereen wacht op ons!
Ma, ik heb honger.
Kijk mama, ik kan lezen!
Mam, kijk wat ik heb gevonden.
Mama, Tom heeft mijn koekje opgegeten!
Mam, ik wil niet gaan!
in tegenstelling tot slechts 3% van de moeders van de heteroseksuelen.
"Mam, weet jij waar de thermometer is?'' ''Ligt hij niet waar hij normaal ligt?" "Nee, ik heb het gecheckt."