Translation of "съел" in Dutch

- Я его съел.
- Я её съел.

Ik at het.

- Он съел это полностью.
- Он всё это съел.

Hij heeft alles opgegeten.

Крокодил съел собаку.

- Een manlijke krokodil vrat een teef.
- Een manlijke krokodil at een teef op.
- Een mannetjeskrokodil vrat een teef op.

Я съел половину.

Ik heb de helft ervan opgegeten.

Тома съел тигр.

Tom is door een tijger opgegeten.

Тома съел крокодил.

Een krokodil heeft Tom opgegeten.

Кто съел хлеб?

Wie heeft het brood opgegeten?

Я съел яблоко.

Ik at een appel.

Том съел гамбургер.

Tom at een hamburger.

Я его съел.

Ik at het.

Я съел его.

Ik at het.

Медведь съел яблоко.

De beer at een appel.

Том съел яблоко.

Tom at een appel.

Он съел яблоко.

Hij at de appel.

Я съел гамбургер.

Ik at een hamburger.

Я съел чизбургер.

Ik at een cheeseburger.

Том съел апельсин.

Tom at een sinaasappel.

Я съел апельсин.

Ik at een sinaasappel.

Том съел гранат.

Tom at een granaatappel.

Том съел бутерброд.

Tom heeft de boterham opgegeten.

Я съел яблоки.

Ik at appels.

- Я бы съел что-нибудь.
- Я бы чего-нибудь съел.

Ik zou graag iets eten.

- Вчера утром я съел вафлю!
- Вчера утром я съел вафлю.

Gistermorgen heb ik een wafel gegeten.

Кто съел все пироги?

Wie heeft alle taarten opgegeten?

Я вчера съел яблоко.

Gisteren heb ik een appel gegeten.

Сколько апельсинов съел Том?

Hoeveel sinaasappelen heeft Tom gegeten?

Том что-то съел.

- Tom heeft iets gegeten.
- Tom at iets.

Кто съел последнюю печеньку?

Wie heeft het laatste koekje opgegeten?

Кто съел всё печенье?

Wie heeft alle koekjes gegeten?

Кто съел все апельсины?

- Wie heeft alle sinaasappels opgegeten?
- Wie heeft alle appelsienen opgegeten?

Мам, Том печенье съел!

Mama, Tom heeft mijn koekje opgegeten!

Сколько гамбургеров ты съел?

- Hoeveel hamburgers heb je gegeten?
- Hoeveel hamburgers heeft u gegeten?
- Hoeveel hamburgers hebben jullie gegeten?

Я съел красные яблоки.

Ik heb de rode appels gegeten.

Том съел всё мороженое.

Tom at al het ijs.

Я съел это мясо.

Ik heb het vlees opgegeten.

Том съел мой обед.

Tom heeft mijn lunch opgegeten.

Я съел твой лимон.

- Ik heb jouw citroen opgegeten.
- Ik heb uw citroen opgegeten.

Я съел пять авокадо.

- Ik heb vijf avocado's gegeten.
- Ik at vijf avocado's.

Вчера я съел яблоко.

Gisteren heb ik een appel gegeten.

Том съел много мороженого.

Tom at veel ijs.

Пингвина съел белый медведь.

De pinguïn werd opgegeten door een ijsbeer.

Том съел три банана.

- Tom at drie bananen.
- Tom heeft drie bananen gegeten.

Том съел остаток пиццы.

Tom at de rest van de pizza.

Я съел твою клубнику.

Ik at jouw aardbeien.

Ты что-то съел?

Heb je iets gegeten?

Вчера утром я съел вафлю.

Gistermorgen heb ik een wafel gegeten.

Кто съел всю нашу еду?

Wie heeft al ons eten opgegeten?

На обед я съел салат.

Ik heb 's middags een slaatje gegeten.

Я только что съел фалафель.

- Ik heb juist een falafel gegeten.
- Ik heb net een falafel gegeten.

Ты ещё не съел торт.

Uw taart is nog niet op.

Том съел две тарелки спагетти.

Tom at twee borden spaghetti.

Я съел все свои апельсины.

Ik heb al mijn sinaasappels opgegeten.

Мам, Том съел моё печенье.

Mama, Tom heeft mijn koekje opgegeten!

Я съел гамбургер в Макдоналдсе.

Ik heb een hamburger gegeten bij McDonald's.

Почему Адам съел запретный плод?

- Waarom heeft Adam de verboden vrucht gegeten?
- Waarom at Adam de verboden vrucht?

Том съел кусочек швейцарского сыра.

Tom at een plak Zwitserse kaas.

Сколько конфет Том вчера съел?

Hoeveel snoepjes heeft Tom gisteren gegeten?

Том съел сэндвич с тунцом.

Tom at een broodje tonijn.

- Я такой голодный, что съел бы лошадь.
- Я так голоден, что съел бы лошадь.

Ik heb zoveel honger dat ik een paard kon opeten.

За годы я съел много водорослей,

Ik heb met de jaren veel zeewier gegeten....

Он съел это в мгновение ока.

- Hij had het binnen no time op.
- Hij had het in no time op.

Я съел на обед хот-дог.

Ik heb een hotdog gegeten als middagmaal.

- Тома съел крокодил.
- Тома сожрал крокодил.

Een krokodil heeft Tom opgegeten.

Что?! Ты съел моего шоколадного медведя?!

Wat?! Je hebt mijn chocolade beer opgegeten?!

- Я съел сыр.
- Я съела сыр.

Ik heb de kaas opgegeten.

Кто-то съел моё пасхальное яйцо.

- Iemand heeft mijn paasei opgegeten.
- Iemand at mijn paasei.

- Том съел слишком много.
- Том переел.

Tom heeft te veel gegeten.

- Я съел яблоко.
- Я скушал яблоко.

Ik heb de appel opgegeten.

- Я слишком много съел.
- Я переел.

- Ik heb te veel gegeten.
- Ik at te veel.

- Я съел пончик.
- Я съела пончик.

Ik heb een donut gegeten.

- Я съел твою клубнику.
- Я съел вашу клубнику.
- Я ел твою клубнику.
- Я ел вашу клубнику.

- Ik at jouw aardbeien.
- Ik at uw aardbeien.
- Ik at jullie aardbeien.

Итак, вы выбрали, чтобы я съел почки?

Dus je kiest ervoor mij de knopjes te laten eten?

Значит, хотите, чтобы я съел сырое яйцо!

Je wil dat ik het ei eet, rauw.

Я такой голодный, что съел бы лошадь.

Ik heb zoveel honger dat ik een paard kon opeten.

- Том съел завтрак сам.
- Том завтракал один.

Tom heeft alleen ontbeten.

Поверить не могу, что Том всё съел.

Ik kan niet geloven dat Tom alles heeft opgegeten.

- Я съел зеленые яблоки.
- Я съела зеленые яблоки.

Ik at de groene appels.

- Он съел целое яблоко.
- Он слопал целое яблоко.

- Hij at de hele appel.
- Hij at de hele appel op.

- Сколько яблок ты съел?
- Сколько яблок ты съела?

Hoeveel appels heb jij gegeten?

Все яблоки закончились, но никто не съел грушу.

Alle appels zijn op, maar niemand heeft een peer gegeten.

- Я съел много пиццы.
- Я съела много пиццы.

Ik at veel pizza.

История про то, что Том съел моего кота, — неправда.

Het verhaal dat Tom mijn kat opat is niet waar.

- Я съел яблоко.
- Я скушал яблоко.
- Я съела яблоко.

Ik heb de appel opgegeten.

Мне стало плохо от устриц, которые я съел вчера вечером.

- Die oesters van gisteravond zijn niet goed gevallen.
- Ik ben niet lekker geworden van de oesters die ik gisteravond gegeten heb.

Том съел шоколадный пончик, который я украдкой пронесла в больницу.

Tom at de chocoladedonut die ik in het ziekenhuis had gesmokkeld.