Examples of using "ждут" in a sentence and their dutch translations:
- Iedereen wacht op je.
- Iedereen wacht op u.
- Iedereen wacht op jullie.
- Ze wachten op je.
- Ze wachten op jullie.
Zijne Majesteit wacht.
- Ze wachten.
- Zij wachten.
- Iedereen wacht.
- Ze wachten allemaal.
Hare Majesteit wacht.
- Je gasten wachten.
- Uw gasten wachten.
- Jullie gasten wachten.
Zij wachten op ons.
Iedereen wacht op jullie.
Iedereen wacht op je.
Ze wachten op je.
- Uw gasten wachten.
- Jullie gasten wachten.
Je gasten wachten.
Ze wachten op jullie.
Terwijl ze wachten tot het tij keert...
Ze wachten allemaal op het donker.
- Snel, mama! Iedereen is aan het wachten!
- Mam, schiet op! Iedereen wacht op je!
- Mam, schiet op! Iedereen wacht op ons!
Mijn studenten wachten op mij.
Ze zijn vast op je aan het wachten.
Tom zei dat ze op hem zaten te wachten.
De studenten wachten met ongeduld op de zomervakantie.
Dat houdt in door verlaten mijnen navigeren...
dat drastische en dramatische verandering eraan komt.
en moeten vragen beantwoorden met woorden.
Ze hadden geruchten gehoord van gigantische legers die wachten voor hen in India.
De leraar vroeg me of ik klaar was en voegde eraan toe dat allen bij de schoolpoort op me wachtten.