Translation of "завтрака" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "завтрака" in a sentence and their dutch translations:

Я обхожусь без завтрака.

Ik neem geen ontbijt.

Что ты делаешь до завтрака?

Wat doe je voor het ontbijt?

Он начал день с хорошего завтрака.

Hij begon de dag met een goed ontbijt.

Он начал свой день с хорошего завтрака.

Hij begon de dag met een goed ontbijt.