Translation of "душ" in Dutch

0.015 sec.

Examples of using "душ" in a sentence and their dutch translations:

- Прими душ.
- Примите душ.

Neem een douche.

- Душ сломан.
- Душ не работает.

De douche is stuk.

- Я принимал душ.
- Я принимала душ.

Ik was aan het douchen.

- Ты принял душ?
- Вы приняли душ?

- Heb je gedoucht?
- Heeft u gedoucht?
- Hebben jullie gedoucht?

- Душ сломан.
- Этот душ не работает.

Deze douche is kapot.

- Ты принял душ?
- Вы приняли душ?
- Ты принимал душ?
- Вы принимали душ?
- Ты был в душе?

- Heb je een douche genomen?
- Heb je gedoucht?

Я приму душ.

Ik ga douchen.

Я принимаю душ.

- Ik neem een stortbad.
- Ik neem een douche.

Мне нужен душ.

Ik moet onder de douche.

Он принял душ.

Hij douchte.

Том принимает душ.

Tom neemt een douche.

Мы приняли душ.

We hebben een douche genomen.

Сами принимал душ.

Sami was aan het douchen.

Ты принял душ?

- Heb je een douche genomen?
- Heb je gedoucht?

Душ не работает.

De douche is stuk.

- Я просто принимал душ.
- Я как раз принимал душ.

- Ik was alleen maar een douche aan het nemen.
- Ik was net een douche aan het nemen.

Я тогда принимал душ.

- Ik was toen aan het douchen.
- Ik stond toen onder de douche.

- Где душ?
- Где душевая?

Waar zijn de douches?

Мне надо принять душ.

Ik moet douchen.

Они быстро приняли душ.

Ze hebben vlug een douche genomen.

Мне нужно принять душ.

- Ik moet onder de douche.
- Ik moet douchen.

Ты сегодня принимал душ?

Hebt ge een douche genomen vandaag?

Мне нужен холодный душ.

Ik heb een koude douche nodig.

Могу я утром принять душ?

Mag ik 's ochtends een douche nemen?

Она каждое утро принимает душ.

Zij gaat elke ochtend onder de douche.

Том принял душ и побрился.

Tom douchte en schoor zich.

Я обычно принимаю душ вечером.

Ik douche normaal 's avonds.

Я только что принял душ.

- Ik heb net gedoucht.
- Ik heb net een douche genomen.
- Ik heb alleen maar een douche genomen.

Я принимаю душ каждый день.

Ik neem iedere dag een douche.

Я принял душ перед завтраком.

Ik heb me voor het ontbijt gedoucht.

- У меня есть привычка принимать душ по утрам.
- Я привык принимать душ по утрам.

Ik ben gewoon 's morgens te douchen.

Телефон звонил, пока я принимал душ.

De telefoon ging over terwijl ik onder de douche stond.

- Мне нужен душ.
- Мне нужно помыться.

- Ik heb een bad nodig.
- Ik moet in het bad.

Когда Том проснулся, Мэри принимала душ.

- Mary was aan het douchen toen Tom wakker werd.
- Toen Tom wakker werd, was Mary aan het douchen.

Моя сестра принимает душ каждое утро.

Mijn zus gaat elke ochtend onder de douche.

- Я принимаю душ.
- Я моюсь в душе.

Ik neem een douche.

Она сказала, что принимает душ каждое утро.

Ze zei dat ze elke ochtend een douche nam.

Том принимает душ каждое утро перед завтраком.

Tom doucht elke ochtend voor het ontbijt.

Через 20 минут мне надоело и я пошёл принять душ,

Ik verloor mijn geduld na 20 minuten en ging een douche nemen