Examples of using "работает" in a sentence and their dutch translations:
Het werkt.
Werkt het?
Werkt het?
Het functioneert.
Tom werkt altijd.
Het oude systeem werkt.
Werkt hij?
Tom werkt.
Dit functioneert.
Mama is aan het werk.
Papa werkt.
Werkt Tom?
Dat is kapot.
Ze werkt.
Alles werkt.
Werkt het?
Hij werkt.
Tom werkt in een fabriek.
Hij werkt 's nachts.
Hoe werkt deze camera?
Tom werkt met ons.
Tom werkt te veel.
Hij werkt als vertaler.
- Het werkt nog steeds niet.
- Hij doet het nog steeds niet.
niet werkt.
Zij werkt alleen.
De tv werkt niet.
Is het museum vandaag open?
Hij werkt zelden.
De telefoon doet het niet.
Hoe werkt internet?
Het werkt echt.
Hij werkt als vertaler.
De verwarming functioneert niet.
- De verwarming doet het niet.
- De verwarming werkt niet.
Dat werkt niet!
- De lift is buiten werking.
- De lift is kapot.
Is de bank vandaag open?
Tom werkt veel.
Lantier werkt niet.
Wanneer is het museum open?
De beamer doet het niet.
De radio werkt niet.
John werkt hard.
Werkt Mary hier?
Tom werkt alleen.
- Tom werkt dichtbij.
- Tom werkt in de buurt.
Waar werkt hij?
Ze werkt veel.
Hij werkt veel.
- Hoe werkt het?
- Hoe werkt dat?
Het toetsenbord werkt niet.
Hij werkt snel.
Waarom werkt Tom?
De machine is buiten bedrijf.
Niets werkt.
- Tom werkt langzaam.
- Tom werkt traag.
De douche is stuk.
Mijn vader werkt bij een bank.
Mijn telefoon doet het niet.
Hij is nog aan het werk.
Tot hoe laat is de winkel open?
Is dit waar je moeder werkt?
- Hoe lang heeft Tom met u gewerkt?
- Hoe lang heeft Tom met je gewerkt?
- Hoe lang heeft Tom met jullie gewerkt?