Examples of using "делаю" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben mijn huiswerk aan het maken.
- Ik maak mijn huiswerk.
Ik doe dat soms.
Wat doe ik?
Ik maak een roerei.
Ik stap op.
Ik doe dit nooit.
Kijk hoe ik het doe.
Ik doe dit nooit.
Waarom doe ik dit?
Ik zet het geluid van de radio zachter.
Ik doe m'n best.
Ik doe helemaal niets.
Ik doe niets.
Ik doe wat ik kan.
Ik doe dat soms.
Kijk goed hoe ik dit doe.
's Morgens doe ik turnoefeningen.
Ik doe m'n best.
Ik stap op.
Weet je wat ik doe?
Ik maak te veel fouten.
Normaal gezien maak ik geen fouten.
Ik doe dat anders.
Ik doe dit niet voor het geld.
Wil je weten wat ik aan het doen ben?
Vind je het leuk als ik dat doe?
Ik doe m'n best.
Ik doe het omdat ik het wil.
Ik doe dat bijna nooit.
- Ik maak meubels.
- Ik maak meubelstukken.
- Ik maak koffie.
- Ik ben koffie aan het maken.
Ik doe het niet meer.
Ik had niet door wat ik aan het doen was.
Ik doe wat ik wil met mijn haar.
Ik doe dit nu.
Als het goed gaat, kan ik 2-3 stuks per dag maken.
Dus ik deed wat ik meestal doe als ik boos ben:
- Ik maak koffie.
- Ik ben koffie aan het maken.
Ik doe dat maar om indruk op u te maken.
Ik open elke morgen als eerste mijn e-mail.
Ik ben kalm terwijl ik iets doe dat velen het zweet doet uitbreken.
Doe ik ook eens een keer een goede daad... haalt het niks uit.
Ik ben niet dat wat ik doe, maar dat wat ik kan doen.
Vandaag is het maandag, dus zal ik doen wat ik altijd doe op maandag.
Ik heb geluk dat niemand me dat zag doen.