Translation of "выходной" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "выходной" in a sentence and their dutch translations:

Воскресенье - выходной.

Zondag is rustdag.

Завтра выходной?

Is het morgen een vrije dag?

Завтра выходной.

Morgen is het een vrije dag.

Воскресенье - выходной день.

Zondag is rustdag.

У меня выходной.

- Ik ben vandaag vrij.
- Ik heb vandaag een vrije dag.

- Я завтра возьму выходной.
- Завтра я собираюсь взять выходной.

Ik ga morgen vrijnemen.

- Мы проводим выходной на берегу.
- Мы провели выходной на берегу.

We hebben de vrije dag aan de kust doorgebracht.

Тебе нужно взять выходной.

- Je bent aan vakantie toe.
- U bent aan vakantie toe.
- Het wordt tijd voor vakantie.
- U hebt vakantie nodig.

Завтра у меня выходной.

Morgen is mijn vrije dag.

Том решил взять выходной.

Tom besloot om de dag vrij te nemen.

Вчера у меня был выходной.

- Gisteren had ik een dag vrijaf.
- Gisteren had ik een vrije dag.

В понедельник у нас выходной.

's Maandags hebben we vrij.

Почему ты не возьмёшь выходной?

- Waarom vraagt ge geen dag verlof?
- Waarom vraag je geen dag vrij?

Не возражаете, если я возьму выходной?

Stoort het u niet als ik een dag vrijaf neem?

У моего отца в субботу выходной.

Mijn vader heeft vrij op zaterdag.

"Что-то голова немного кружится". - "Выглядишь неважно. Взяла бы ты лучше выходной".

"Ik voel me een beetje duizelig." "Je ziet er nogal bleek uit. Je kunt een dag vrij nemen."

- У меня сегодня выходной.
- У меня сегодня есть время.
- Я сегодня свободен.
- Я сегодня свободна.

Ik ben vandaag vrij.