Examples of using "возьму" in a sentence and their dutch translations:
- Ik neem het.
- Ik neem het wel aan.
Ik neem de gele.
Geef mij die maar.
- Ik neem het.
- Ik neem het wel aan.
- Ik neem dat wel.
- Geef mij dat maar.
Ik neem een taxi.
Ik neem hem.
Ik neem sushi.
Ik neem de gele.
Heel goed. Ik neem het.
Ik zal deze paraplu nemen.
Of ik kan wat larven nemen...
Ik neem je mee.
Ik pak wat water uit mijn fles.
Ik neem vakantie volgende maand.
Stoort het u niet als ik een dag vrijaf neem?
- Mag ik uw auto lenen?
- Mag ik je auto lenen?
- Mag ik jullie auto lenen?
"De telefoon gaat over." "Ik zal hem wel opnemen."
Ik ga morgen vrijnemen.
Of ik pak de staart en blijf ver van de kop.
- Kan ik mijn vriend meebrengen?
- Kan ik mijn vriendin meebrengen?